Stel, je achternaam is Braaksma, of Klitsie, of Bil. En je wordt binnenkort voor het eerst moeder. Of, je hebt je vaders achternaam en je hebt een verstoorde band met hem. Goede redenen om te kiezen voor de achternaam van je partner, die hopelijk een mooie naam heeft. In de meeste andere gevallen zou je, ook als vrouw, je eigen naam door kunnen geven aan je kind. Dat kan al sinds 1998, toen die optie in de wet kwam. In dat jaar gebeurde dat bij 6% van de nieuw geborenen. Vijfentwintig jaar daarna is dat percentage gestegen tot 8%. Een eeuwenoude traditie blijkt moeilijk te doorbreken.
Toen ik met deze keuze worstelde hoorde ik veel argumenten om voor de achternaam van de vader te gaan. Bijvoorbeeld dat het een erkenning was dat het kind van mijn vriend was. Of, het is altijd zo geweest, waarom iets veranderen wat geen probleem is? Of, de stamboom klopt anders niet meer. Van vrouwen hoorde ik: ‘ Ik draag het kind al en heb daarmee een automatische band, bij de vader ontstaat die band makkelijker met zijn naam’. Of ze zeiden: ‘Ik hou van m’n man en ik gun het hem’.
Hadden deze mensen een punt? Hebben vaders van kinderen met de moeders achternaam een slechtere band met hun kinderen? Houden mannen niet van hun vrouw? Heb je de achternaam van je man nodig als bewijs dat je niet bent vreemd gegaan? Het antwoord op al deze vragen lijkt me nog steeds nee, al kan ik alleen voor mezelf spreken. De band tussen m’n man en onze kinderen is in ieder geval heel hecht gebleken. En er is wel degelijk een probleem. En dat is het signaal dat wij als maatschappij geven aan kinderen. Met die 8%, geef je aan kinderen- bewust of onbewust- mee dat vrouwen, ondanks alle mogelijkheden die er nu zijn en alle emancipatie ten spijt, toch minder belangrijk zijn dan mannen.